KROMME RIJN CONCERTEN

15 april 2012

Elisabeth Perry, viool
Amarins Wierdsma, viool
Prunella Pacey, altviool
Guus Fabius, cello
Matthias Naegele, cello

Hoewel alleen het laatste concert uit deze reeks aangekondigd wordt met ‘ARTO-ensemble en vrienden’, zou deze titel bij het concert van 15 april niet misstaan. U hoort twee ARTO-leden, cellist Guus Fabius en altvioliste Prunella Pacey. Zij spelen samen met violisten Elisabeth Perry en Amarins Wierdsma (dochter van ARTO-lid Nancy Braithwaite) en cellist Matthias Naegele drie werken uit de romantiek. Het beroemde kwintet in C van Franz Schubert en het minder bekende in f van Alexander Borodin, beide geschreven voor de ongebruikelijke bezetting van twee violen, altviool en twee celli. Ook Anton Arensky, de laatste componist van deze middag, schreef een strijkkwartet in zeldzame vorm: in plaats van twee vioolstemmen, telt het kwartet naast een viool en een altviool, twee partijen voor de cello.

Zie voor details het programma (pdf)

Recensie

Schubert zou ontroerd zijn

Zondagmiddag 15 april waren bezoekers van de Oude Dorpskerk van Bunnik getuige van een bijzonder concert. Elisabeth Perry en Amarins Wierdsma, viool, Prunella Pacey, altviool en Guus Fabius en Matthias Naegele, cello gaven een betoverende uitvoering van het strijkkwintet van Franz Schubert. De componist, die dit werk nooit zelf heeft horen uitvoeren, zou waarschijnlijk net als het publiek ontroerd zijn geweest. Daarvoor hoorden we twee werken van Russische componisten. Als eerste een elegante suite voor altviool en cello van Reinhold Glière. Landelijke muziek met een vredige uitstraling, fraai vertolkt door Prunella Pacey en Guus Fabius. Hierna volgde het intrigerende kwartet voor viool, altviolen twee celli opus 35 van Anton Arensky. Een driedelig werk waarvan de hoekdelen gebaseerd zijn op religieuze thema’s die een wereldse uitwerking krijgen. Het middendeel bestaat uit een aantal variaties op een kinderliedje van Peter Ilyich Tsjaikovsky. Het kwartet kreeg een evenwichtige uitvoering: lichtvoetig waar mogelijk en gedragen waar nodig, met een mooie balans tussen de verschillende sferen.

Hoogtepunt van de middag vormde de sublieme uitvoering van één van de kroonjuwelen van de kamermuziek: het strijkkwintet van Franz Schubert. Al hetgeen de componist kenmerkt is in dit bijzondere werk aanwezig: diepe melancholie, twijfel en tragiek, naast fijnzinnige vreugde en vertrouwen. Hoewel alle vier delen een intense, transparante en waar mogelijk gloedvolle uitvoering kregen vormde het tweede deel wonder van schoonheid en ontroering waarbij ons een rechtstreekse blik op de kosmos geboden werd. Hulde voor alle musici, in het bijzonder de primarius, Elisabeth Perry en altvioliste Prunella Pacey.

Jan van Hasselt