Op dagen van Licht

Liederencyclus vol verlangen
Tekst en muziek Claudia Rumondor

I

In de schaduw van de klapperboom
heb ik de elastieken tijd
(Ayun, ayun, ayun)

Ruisend water, ruisend blad,
hemels geruis van krekels
(Ayun, ayun)

Ik doe mijn ogen dicht en zie
het land zoals het is.
Adem sawa voor sawa in,
polder na polder uit.

Zo zal het zijn
op dagen van licht
onder de klapperboom
(Ayun, ayun)

De handen van mijn oma strelen
mijn gezicht
als knokkelige zonnestralen
door de schaduw van de klapperboom.

Ik hou mijn ogen dus voorlopig dicht
(Ayun, ayun)
en wacht nog even op wat zal zijn.

II

Voor al die keeren dat
de wereld stilstond en
weer door
draaide zonder jou.

Voor al die keren dat ik
het laatste beetje
karnemelk met wat
water door de
gootsteen spoelde.

Omdat het duizelt en klopt
bij elke gedachte
aan wat niet zal zijn

en wel.

III

Mijn liefste,

Hoe ik ook probeerde
jou niet te laten zijn,
je bleef me bezoeken.

Ik had je graag
een hand gegeven of
een kus op je
linkerwang.

Maar dan wendde
jij je af en boog
het hoofd.

Kon ik op die momenten
maar jouw gedachten zijn.
Dan zou ik zeggen
dat het goed was.

Jou troosten door
� met mijn had van eelt �
zo zacht mogelijk door je
haar te strijken.

Mijn liefste,
denk niet aan mij.
Zo vaak aks ook ik
niet aan jou denk.

IV

Wat is geluk?
Laat je het vallen...
Is het stuk!

V

Uit de geest ontsproten
gezangn vol tranen
van treurig majeur.

Overvloed van
zon en de geur
van herfst in haar
hoofd.

Morgen zal alles
anders zijn.