Het Barbican strijk kwartet werd opgericht aan de Guildhall School of Music and Drama te Londen waar alle leden studeren bij David Takeno en Louise Hopkins. Eerder studeerden de vier jonge musici in verschillende landen in Europa waar ze les hadden bij Vera Beths, Thomas Riebl, Galina Buinovschi en Denis Brott. Ze wonnen onder andere prijzen bij concoursen zoals het Oskar Back viool concours, het Eugen Coca internationaal concours, het Remember Enescu concours en het Mozarteum concours. In Oktober 2014 werd hun uitvoering van John Tavener’s “The Last Sleep of the Virgin” opgenomen en live uitgezonden op de BBC. Ook zal dit seizoen hun vertolking van Geoffrey Poole’s Piano Quintet te horen zijn op de Britse Radio 3. Het kwartet zal dit seizoen te horen zijn in de Barbican Hall in Londen, Casa da Music in Portugal en in Salzburg naast optredens in Londen en een Tour door Nederland in Januari 2016.
Barbican is afgeleid van barbacane of bruggeschans, een middeleeuwse vestingpoort. In Barbican Estate, een wijk in Londen, staat het Barbican Centre for performing arts. Het Barbican Centre is met ongeveer 3300 zitplaatsen in drie zalen een van de grotere theatercomplexen in Europa (bron Wikipedia).
Het eerste Kromme Rijn Concert in 2016 werd verzorgd door vier jonge musici uit vier landen. Amarins Wierdsma (viool), Ionel Manciu (viool), Christoph Slenczko (altviool) en Yoanna Prodanova (cello) studeren aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen en hebben het Barbican String Quartet gevormd dat al op verschillende gerenommeerde podia optrad. Zondagmiddag 10 januari speelden ze in de Oude Dorpskerk in Bunnik. Op het programma stonden drie strijkkwartetten gecomponeerd in een tijdspanne van ruim 100 jaar, een programma met drie geheel verschillende muziekwerken.
Begonnen werd met kwartet in G Op.76 van Joseph Haydn die het genre
strijkkwartet zo’n beetje uitgevonden heeft. Meteen konden we horen
hoe deze vier musici spelen, de vier instrumenten prachtig in balans
en toch goed te onderscheiden als er een hoofdpartij is. Aangenaam om
te horen, prachtig met dynamiek en ritmes. Het klinkt moeiteloos.
Minder moeiteloos voor de luisteraar is het kwartet in a-klein van
Béla Bartók. Hoewel inmiddels al 100 jaar geleden
gecomponeerd klinkt het nog steeds modern en moet er actief naar
geluisterd worden om het te waarderen. De muzikanten hadden er
duidelijk geen moeite mee, en ook in dit stuk prachtig samenspel en
mooie dynamiek en ritmiek. De liefde van Bartók voor de
Hongaarse volksmuziek was in dit kwartet nauwelijks hoorbaar, af en
toe meende ik de contra-viool van het Hongaarse dansorkest te
herkennen bij de cello of altviool.
Na de pauze werd het kwartet in F-groot van Maurice Ravel gespeeld.
Chronologisch tussen Haydn en Bartók. Ravel is erg bekend om zijn
Bolero, een zeer romantisch en zwoel dromerig stuk. In dit kwartet
zaten ook dromerige gedeelten, maar dan werd de luisteraar weer
plotseling wakker geschud wat met verve door de vier strijkers werd
gedaan.
Na het applaus konden de muzikanten niet zomaar wegkomen. Als toegift speelden ze nog een tango van Carlos Gardel. Een duidelijke afsluiting van de middag met gevarieerde muziek.
Rudi van Houten